Stacks Image 55
Jij

Leven in aandacht betekent mild worden voor mezelf en voor anderen, het is een weg naar bewustzijn.
Achter de in het oog springende illusies van alle dag gloort wijsheid.

Stacks Image 22
  • Lichaam en geest, angst benaderen
    In de vroege oorsprong van onze westerse cultuur werden lichaam en geest gezien als twee bijna losstaande grootheden. In de oorsprong van oosterse culturen zag men veel meer samenspel tussen lichaam en geest tot zelfs een wezenlijk één-zijn van lichaam en geest.
    In de vorige eeuw zijn onderzoekers ook in het westen er steeds meer van overtuigd geraakt dat lichaam en geest meer met elkaar gemeen hebben en meer met elkaar samenwerken en in elkaar overlopen dan men in voorbije eeuwen als uitgangspunt nam. Inmiddels is het ook in de reguliere gezondheidszorg gemeengoed geworden om de twee grootheden niet los van elkaar te zien.

    Alle emoties die je kunt ervaren zitten zowel in je lichaam als in je geest.
    Emoties zijn dan ook zowel vanuit het lichamelijke als vanuit het geestelijke te beïnvloeden.

    angst benaderen en verminderen.

    1.
    Angst is een emotie die iedereen kent en die bijna door iedereen vervelend wordt gevonden.
    Angst vanuit het geestelijke benaderen kan heel lastig zijn, omdat het eerst vraagt om enige objectieve afstand te nemen ten opzichte van de gevoelde angst door jezelf er niet mee te identificeren. Dit kan je goed helpen om met opkomende angst om te gaan, maar het vraagt wel meditatieve en contemplatieve oefening. En juist dat is bij een opkomend angstgevoel erg moeilijk. Een collega-ervaringsdeskundige zei het me een keertje zo: “Als de paniek in je hoofd toeslaat…, ga daar dan maar eens rustig naast zitten en ademen. Dat is niet te doen.”

    2.
    Er is een tweede weg om op een natuurlijke wijze met opkomende angst om te gaan en dat is de benadering vanuit het lichamelijke. Een oefening van Donna Eden is heel makkelijk in gebruik en het werkt dankzij de verbinding tussen lichaam en geest.
    Je kunt de oefening gebruiken op ieder moment dat je (irrationele) angst voelt opkomen. Door het bekloppen van bepaalde energiepunten op je lichaam, beïnvloed je de (elektrochemische) werking van je hersenen rechtstreeks.
    De oefening gaat als volgt:
    Ga met aandacht naar dat deel van je handrug tussen je vingers en je pols ter hoogte van je pink en ringvinger. Beklop dit gebied een halve tot een hele minuut met drie vingers van je andere hand, waarbij je inademt door je neus en uitademt door je mond. Een variatie is om één hand op je hart te leggen met de handpalm naar je lichaam toe en dan met de andere hand op deze hand bij je hart kloppen met drie vingers.

    3.
    Als angstgevoelens opkomen als gevolg van hyperventilatie in een drukke openbare ruimte kun je toepassen wat ik zelf ‘de-toilet-methode’ noem. Op de meeste plekken waar veel mensen zijn, en waar jij stress-hyperventilatie kan ontwikkelen zijn wel toiletten aanwezig. Als je in die situatie je werkelijke gemoedstoestand te privé vindt om anderen te vertellen en angst opkomt of paniek dreigt toe te slaan, kun je altijd naar ‘even naar de wc gaan’. Ga een cabine in en ga zitten al dan niet met de potdeksel erop. Buig jezelf voorover zodat je borst je knieën raakt en blijf in deze houding enkele minuten rustig uit- en weer inademen. Je zult merken dat innerlijke rust terugkeert en dat jij weer kunt terugkeren bij de mensen met wie je er bent. Terwijl je weer gewoon meedoet met de anderen, kun je een klein oogje op jezelf houden om zo nodig oefening twee een keertje te doen.
  • Au!
    We weten allemaal wat pijn is, iedereen krijgt er in meer of mindere mate mee te maken in het leven. Maar er zijn veel verschillende soorten pijn. Bovendien ervaart elk mens pijn anders en zelfs bij een en dezelfde mens kan een pijnervaring van dag tot dag anders worden beleefd.
    Mensen die al tientallen jaren met pijnklachten leven kunnen te maken krijgen met een beperkte mobiliteit en hun kwaliteit van leven en vermogen om te werken kan ernstig zijn aangetast.

    Heel globaal is het onderscheid tussen acute pijn, pijn van korte duur, en chronische pijn, een term die wordt gebruikt wanneer pijn 3 tot 6 maanden of langer heeft geduurd.

    Hoe werkt het echt

    Normaal gesproken geeft pijn mij het signaal dat er iets niet klopt. Het is een aanwijzing, een indicator voor ‘gevaar’. Het vertelt me om te reageren en zo ernstiger letsel te voorkomen Als ik bijvoorbeeld mijn vingers aan de oven brandt, trek ik mijn hand automatisch terug (zonder erbij na te denken). Wanneer ik net mijn rug heb geblesseerd door iets zwaars te tillen, is de pijn heel nuttig, omdat het me waarschuwt niet nog meer zware dingen te gaan tillen.

    Belangrijk in dit verband is, dat inmiddels duidelijk is geworden dat na 3 tot 6 maanden na een acuut letsel zich zelden meer pijn in de weefsels zal voordoen. De pijnervaring zal na deze periode door het zenuwstelsel wordt gegenereerd. Dat wil zeggen dat de eerder ervaren pijn ervoor gezorgd heeft dat het zenuwstelsel als het ware té gevoelig is geworden en pijnsignalen blijft uitzenden. Deze overgevoeligheid houdt in dat we wel in staat blijken het volume van ons alarmsysteem te verhogen, maar ook dat we erg slecht zijn in het verlagen van dat volume.

    Lange tijd geloofde men in de medische wereld dat chronische pijn in fysieke weefsels van het lichaam werd vastgehouden; tegenwoordig weet men dat dit zelden het geval is. Het oplossen van pijnproblemen ligt vooral in een soort heropvoeding van het systeem, namelijk om het te laten zien hoe het niveau van ervaren pijn kan worden verlaagd, hoe het minder gevoelig gemaakt kan worden ofwel hoe 'het volume lager gezet kan worden'.
    In de lichaamsweefsels en in bepaalde hersendelen (m.n. het lymbische systeem, waar emoties ….) worden wél mogelijke onopgeloste emotionele trauma’s vastgehouden. Dat slaan we dus niet op in het cognitieve, denkende deel van de hersenen, zoals eerder werd aangenomen. Tegelijkertijd manifesteren emotionele trauma’s zich vaak wel als fysieke pijn. Dus hoewel mensen misschien op zoek zijn naar de oorzaak van pijn door bijvoorbeeld MRI-scans te laten maken, kan het ook zo zijn dat er misschien geen structurele oorzaak voor is.

    Bij lichaamsgerichte behandelingen, zoals cranio sacraal therapie, merken we dat het lichaam zijn eigen gevoel van prioriteit heeft. Bovenaan de lijst staat een ervaring van veiligheid, het is de sleutel tot al het andere. Het kan zelfs inhouden dat de behandelde/cliënt hiermee een volledig nieuwe ervaring ondergaat. Pas in een gevoel van veiligheid kunnen we leren om andere gewaarwordingen dan de pijn op te merken. En dit zijn allemaal geweldig positieve stappen in termen van neerwaartse regulering van het zenuwstelsel (het volume lager zetten).

    Geleidelijk zal trauma, of dat nu fysiek of emotioneel is, naar de oppervlakte komen en loslaten en de pijn wordt minder of gaat weg. Dit is een geweldige ervaring voor iemand als de pijn er al lang is!

    Bron: Steve Haines, ‘Pain Is really strange’
  • Hyperventilatie, iedereen doet ‘t
    Iedereen kent korte periodes van hyperventilatie, die je eigenlijk niet opmerkt in situaties van opwinding of gevaar. De hersenen geven dan het signaal af om sneller te ademen en meer zuurstof op te nemen, zodat het lichaam in staat is om zo nodig te vluchten of te vechten.
    Lichamelijke activiteit vraagt meer zuurstof, omdat de energieverbranding omhoog gaat en voor verbranding zuurstof nodig is. Wanneer het gevaar is geweken, de opwinding tot rust gekomen of je hebt inderdaad een sprintje getrokken dan wel een fysiek gevecht geleverd, dan is de hyperventilatie ook weer snel voorbij.

    Hyperventilatie, wat is het?
    Hyperventilatie ontstaat door meer en sneller ademen dan nodig is, waardoor de verhouding zuurstof en kooldioxide in je bloed ontregeld raakt.
    Om te ademen hoef je je niet na te denken. Je hersenen bepalen zelfstandig hoe en met welke frequentie de ademhalingspieren aan het werk moeten zijn om voldoende zuurstof binnen te krijgen voor de noodzakelijke lichamelijke processen. Na het verbruiken van zuurstof is kooldioxide een rest- of afvalproduct. Zuurstof wordt dus in je lichaam omgezet in kooldioxide. Beide zitten in je bloed en via de uitademing verdwijnt het overtollige deel van de ontstane kooldioxide. Er blijft wel een buffer in je lichaam, want ook kooldioxide heb je nodig.
    Wanneer bij een versnelde ademhaling het kooldioxide-gehalte in je bloed stijgt, stijgt ook de zuurgraad (pH-waarde daalt). Omdat je bij hyperventilatie teveel kooldioxide uitademt (meer dan de buffers kunnen opvangen), daalt de zuurgraad in je bloed, je bloed wordt dus meer basisch, wat het tegenovergestelde is van zuur (basisch = alkalisch = hogere pH waarde). Dit leidt tot vaatvernauwing waarbij de bloedvaten zich dichtknijpen, zodat de hersenen minder bloedtoevoer hebben en als gevolg daarvan ook minder zuurstof. Dit leidt weer tot tintelingen, duizelingen, concentratieverlies, het idee van dreigend bewustzijnsverlies en het gevoel te zullen stikken.
    Wanneer deze toestand van een te lage zuurwaarde van het bloed als gevolg van hyperventilatie blijvend is, kan het lichaam de lage waarde als normaal gaan beschouwen en dus bij een kleine verhoging van het kooldioxide-gehalte al opdracht geven aan de ademhalingsspieren om meer te gaan ademen. Dan blijft het bloed dus te basisch en zo gaat het lichaam de hyperventilatie zelf in stand houden

    Hyperventilatie, wanneer gebeurt het?
    Hyperventilatie die tot lichamelijke en psychische klachten leidt en zelfs paniek kan veroorzaken is een ander verhaal dan de hyperventilatie bij reëel gevaar en opwinding van de eerste paragraaf.
    Meestal gaat hier een langere periode van (psychosociale) stress aan vooraf. Maar ook een depressie, angstgevoelens, frustraties en innerlijke boosheid, schrik en verdriet bij een sterfgeval kunnen aan de basis liggen van hyperventilatie klachten. Hyperventilatie treedt ook op bij mensen, die onzeker zijn, zich angstig voelen om zwak over te komen en/of hoge eisen stellen aan zichzelf.
    Het gebruik van (veel) cafeïne versterkt de hyperventilatie, omdat de hartslag omhoog gaat (en de verhoogde hartslag stimuleert het ademcentrum in de hersenen tot meer activiteit).
    Hyperventilatie, die leidt tot de bovengenoemde klachten treedt eigenlijk altijd op ‘als het net niet uitkomt’, want dat is een moment dat stress zich opbouwt. Het kan leiden tot angstgevoelens en paniek, juist op een moment dat je naar je eigen idee niet weg kunt. Hoewel het als ‘gevaarlijk’ voelt, is hyperventilatie niet gevaarlijk. In het allerergste geval, maar dit gebeurt echt hoogst zelden, kun je flauwvallen en dan blijkt dat de ademhaling in je lichaam een goed geregelde automatische functie is: de verhouding van zuurstof/kooldioxide wordt meteen vanzelf hersteld.

    Hyperventilatie, hoe kom ik er van af?
    Allereerst wil ik je zeggen dat deze vraag eigenlijk verkeerd is, want op het moment dat je actief tegen een hyperventilatie-aanval wilt strijden, versterk je het onbewust. Een strijd verhoogt immers de spanning/opwinding (en dat zet aan tot hyperventilatie). Het begint dus met erkenning van je hyperventilatie-aanval. Het is er, punt. Als je iets weet van meditatie dan weet je hoe je jezelf kunt loskoppelen van je denken en dan kun je leren om te zeggen: ‘Ha, hyperventilatie, ben je daar weer?!’
    Maar ook zonder meditatietechnieken, kun je er wel iets aan doen.

    Je kent wellicht de methode om in en uit te ademen in een plastic zakje. Deze methode werkt goed, omdat je bij hyperventilatie te veel kooldioxide uitademt waardoor er te weinig in je lichaam achterblijft. Door nu ook vanuit het zakje in te ademen, adem je de uitgeademde kooldioxide weer in en hef je zo het tekort op.

    Een tweede methode is eerst uitademen tot je ‘leeg’ bent en dan pas weer een beetje inademen. Daarmee verlaag je de ademhaling meer in de richting van je buik in plaats van het hoge-hyperventilatie-ademen in je borst. Dit zorgt voor een betere zuurstof-opname in het bloed en dus voor meer zuurstof in de hersenen.
    Naast een buikademhaling is ook een flankademhaling goed. Bij een flankademhaling voel je de zijkanten van je middel zich uitzetten bij de inademing. Kijk maar eens naar een ontspannen kat in het zonnetje in de vensterbank: niet zo zeer de buik gaat in en uit als wel de flanken van het dier.

    Een derde methode noem ik de ‘toilet-methode’ of ‘toilethouding’ en die beschreef ik in het artikel ‘lichaam en geest, angst benaderen’. Voor je gemak neem ik het hier over:
    Op de meeste plekken waar veel mensen zijn, en waar jij stress-hyperventilatie kan ontwikkelen zijn wel toiletten aanwezig. Als je in die situatie je werkelijke gemoedstoestand te privé vindt om anderen te vertellen en angst opkomt of paniek dreigt toe te slaan, kun je altijd naar ‘even naar de wc gaan’ Ga een cabine in en ga zitten al dan niet met de potdeksel erop. Buig jezelf voorover zodat je borst je knieën raakt en blijf in deze houding enkele minuten rustig uit- en weer inademen. Je zult merken dat innerlijke rust terugkeert en dat jij weer kunt terugkeren bij de mensen met wie je er bent. Terwijl je weer gewoon meedoet met de anderen, kun je een klein oogje op jezelf houden om zo nodig oefening twee een keertje te doen.
  • Jij en het werk
    Als ik 'het werk' wil doen, kan ik antwoorden vinden. ‘Het werk’ omvat vier vragen aan je zelf in een onopgeloste situatie. De vier vragen helpen je op weg naar bewustwording van wat er werkelijk speelt...
    inleiding
    ‘Het werk’ omvat vier vragen aan je zelf in een onopgeloste situatie. De vier vragen helpen je op weg naar bewustwording van wat er werkelijk speelt; ze helpen je bij het vinden van de weg die jij kunt gaan, en nodigen je uit tot het ontwikkelen van wijsheid.
    Het zijn vier eenvoudige vragen en de eerlijke antwoorden zijn veelzeggend. Probeer ze maar eens uit in jouw onopgeloste situatie. En als je de vier vragen beantwoord hebt, kun je voor jezelf nog meer verduidelijken door ook de omkering te doen.

    § 1 vier vragen
    Waar ik op doel is de methode van Byron Katie en haar boek over ‘The Work’.
    Bij de situatie waarin je nu verkeert, kun je vier vragen stellen en dat zijn:
    1. is het waar?
    2. kan ik echt weten dat het 100% waar is?
    3. wat levert deze overtuiging mij op of hoe reageer ik op deze overtuiging?
    4. hoe of wie zou ik zijn zonder deze overtuiging?

    Een voorbeeld
    Ik kom de woonkamer in en zie mijn partner Diane op de bank naar de tv kijken. Ik merk de gedachte op ‘Diane kijkt te veel tv’. Het is niet alleen een neutrale gedachte, maar het is ook een oordeel waarin ik dat wat is (nl. Diane is tv aan het kijken) veroordeel. Alle wijsheid begint met het accepteren van de werkelijkheid zoals deze nu is. Pas na erkenning van de situatie nu, kan ik eventueel stappen zetten.
    1.
    De eerste vraag: Is het waar dat Diane te veel tv kijkt? Ik zie mijn oordeel in de gedachte. De werkelijkheid is: Diane kijkt tv. Dat ik vind dat ze te veel tv kijkt, heeft te maken met mijn eigen maatstaf en niet met die van haar. Is het waar dat Diane moet doen wat ik het beste vind?
    2.
    Kan ik echt 100% zeker weten dat nu tv kijken niet goed is voor Diane?
    Wat is het ergste dat er kan gebeuren nu ze wel tv aan het kijken is? Wat is mijn bewijs dat het niet goed zou zijn?
    3.
    Wat levert de overtuiging dat ze (weer) te veel tv kijkt me op? Dat is ergernis, omdat zij niet voldoet aan maatstaven die ik mezelf stel of ergernis, omdat ze niet aan het doen is wat ik hoopte dat ze aan het doen zou zijn.
    Kan ik een reden bedenken om de overtuiging (Diane kijkt teveel tv) los te laten? Ja, want als ik de overtuiging los laat, drijft ook het gevoel van ergernis weg en voel ik me weer vrij
    Kan ik één stressvrije reden bedenken om deze overtuiging (Diane kijkt teveel tv) vast te houden? Neen, want de overtuiging zelf geeft stress.
    4.
    Hoe, wie, waar zou ik zijn zonder de overtuiging dat Diane te veel tv kijkt?
    Ik zou geen ergernis ervaren en geen kibbelgesprek willen starten, maar onbevangen openstaan voor de mogelijkheden, die dit moment mij aanreikt.

    Het beantwoorden van de vier vragen is een vorm reflectie en contemplatie, meditatie zo je wilt. Het gaat zeker niet alleen om de cognitieve antwoorden, maar om wat je ervaart in het proces van beantwoorden. De vragen komen voort uit je verstand, maar betrek vooral je hart/ziel bij de beantwoording met een open receptief bewustzijn. (zie het artikel wat is mediteren op de pagina ‘lezen’)

    § 2 omkering
    Nadat je de vier vragen beantwoord hebt, kun je ook de omkering doen.

    1. keer om naar jezelf
    2. keer om naar de ander
    3. keer om naar het tegenovergestelde

    Laat ik weer een voorbeeld nemen: Diane moet mij waarderen.
    De eerste omkering is: ik moet mezelf waarderen
    De tweede omkering is: ik moet Diane waarderen
    De derde omkering is: Diane hoeft mij niet te waarderen.
    Of ‘Diane zou mij moeten begrijpen’ is om te keren tot: Diane zou mij niet moeten begrijpen; ik zou mezelf moeten begrijpen, en ik zou Diane moeten begrijpen.

    conclusie
    Dit is natuurlijk maar een heel korte aanduiding van ‘The Work’ van Byron Katie. Op diverse locaties worden er cursussen in gegeven en je kunt naturlijk het boek van Byron Katie ter hand nemen. In het Nederlands is het verkrijgbaar met de titel ‘Vier vragen die je leven veranderen’.
  • Bewust op aarde staan
    Ken je dat: een gevoel van niet helemaal ‘hier’ zijn? Iedereen heeft van die perioden. Ik merk dan bijvoorbeeld op dat ik veel onrust in mijn hoofd ervaar, dat mijn gedachten telkens afdwalen en dat ik gemakkelijk (lichamelijk, emotioneel of mentaal) uit mijn evenwicht raak.
    Ken je dat: een gevoel van niet helemaal ‘hier’ zijn? Iedereen heeft van die perioden. Ik merk dan bijvoorbeeld op dat ik veel onrust in mijn hoofd ervaar, dat mijn gedachten telkens afdwalen en dat ik gemakkelijk (lichamelijk, emotioneel of mentaal) uit mijn evenwicht raak. Hoogste tijd om eens te kijken hoe ik op aarde sta.

    Gronden of aarden
    Wanneer ik kijk naar een boom, zeker zo’n grote oude eik, dan weet ik dat die onder de grond nog een groot en diep in de bodem verspreid netwerk aan wortels heeft. Dit wortelstelsel geeft de boom stabiliteit en kracht. Als mens heb ik weliswaar geen fysieke wortels in de grond maar wel heb ik vele energetische wortels.

    Als ik goed gegrond ben, betekent dit dat ik aanwezig ben in mijn lichaam – ik bewoon mijn lijf - en dat ik een energetische verbinding hebt met de aarde.
    Als ik goed gegrond ben, heb ik toegang hebt tot mijn eigen energie, kracht en wijsheid. Ik sta letterlijk en figuurlijk stevig in mijn schoenen.

    Bij een juiste gronding voel ik me rustig, kan mijn gedachten goed bij de dingen die ik onder handen neem houden, herstel sneller van een griepje en kan ik de meningen, emoties en energieën van anderen gemakkelijker herkennen en, als ik dat wens, laten voor wat ze zijn. Kortom, ik raak niet zo snel meer uit mijn evenwicht. Gegrond zijn maakt me stabiel, steviger en ik zit goed in mijn vel.

    Wanneer gronden lastig is (of lijkt)
    Er kunnen zich blokkades voordoen die me verhinderen om volledig gegrond aanwezig te zijn. Ik kan lichamelijk ongemak of pijn hebben, of mezelf al lang geleden een afwijkende lichaamshouding hebben aangeleerd, wat ervoor zorgt dat elke andere stand als vreemd en niet passend aanvoelt. Of ik ervaar mijn lichaam als vreemd of niet mooi (genoeg) en elke keer dat ik mijn aandacht op mijn lijf richt, ervaar ik weerstand en wil ik zo snel mogelijk afleiding zoeken.
    Natuurlijk kent iedereen periodes waarin hij minder goed in zijn vel zit of waarop zij zich hier eigenlijk helemaal niet mee bezig wil houden. Toch is gronden een voorwaarde om volledig hier op aarde aanwezig te zijn.

    Aandacht voor gronden
    Gronden begint met zoveel mogelijk in de gezonde lichaamshouding staan: voeten recht onder me en op schouderbreedte, de tenen wijzen recht naar voren. Staan met licht gebogen knieën (dus niet op slot) en het bekken licht naar voren kantelen. Ik houd mijn hoofd rechtop, alsof een draadje mijn hoofd aan mijn kruin omhoogtrekt. Tegelijkertijd mogen mijn schouders en armen juist zwaar zijn, ik hoef nu niets te dragen. En ik let ook op mijn nek, gezichts- en kaakspieren, kan ik ze los en ontspannen laten zijn, ze zacht en zwaar voelen worden?

    Hallo zelf!
    Een goede lichaamshouding vernieuwt de verbinding met mezelf, ik ondersteun een goede doorstroming van de energie en ik word als het ware een brug tussen hemel en aarde.
    Goed gronden is dus belangrijk. En misschien klinkt het in eerste instantie lastig, dat hoeft het in wezen niet te zijn.
    Ik ga telkens weer zoveel mogelijk in de goede lichaamshouding staan, d.w.z. ik let erop dat ik mijn beide benen gelijkmatig belast. Op zo’n moment sta ik steviger in het leven dan wanneer ik op een been sta te wiebelen. En dat wil ik op zoveel mogelijk momenten doen, ook tijdens het tandenpoetsen, afwassen enz. Ik vraag me op allerlei momenten van de dag even af: ‘Hoe sta ik er nu bij?’ Zo ben ik me weer even bewust van mijn lichaam. Vaak ontdek ik dat ik scheef sta of dat mijn knieën overstrekt zijn, ‘op slot staan’. En als ik dat opmerk, kan ik opnieuw naar de gezonde lichaamshouding terugkeren.

    Hierdoor maak ik ook telkens opnieuw contact met mijn lijf, met mijn voeten en met mijn gronding op deze aarde. En elk moment, hoe kort ook, is er één.
  • Jezelf kalm kleuren, kan dat?
    Het is een tijdlang een hype geweest, mandala’s kleuren. Het woord mandala komt uit het Sanskriet en betekent ‘cirkel’. Dat staat symboliek voor de oneindigheid van het leven.
    Het is een tijdlang een hype geweest, mandala’s kleuren. Het woord mandala komt uit het Sanskriet en betekent ‘cirkel’. Dat staat symboliek voor de oneindigheid van het leven. Eigenlijk kun je zeggen dat alles wat binnen een cirkel getekend of gemaakt wordt een mandala is. Als symbool staat de cirkel voor, oneindigheid, heelheid, geborgenheid.

    Van hyper naar harmonie

    Veel mensen ervaren een positief effect bij het eenvoudigweg gaan zitten en het inkleuren van een mandala. Ze ervaren meer rust, harmonie en evenwicht. Mandala’s inkleuren (of zelf tekenen en kleuren) bevordert de concentratie en stimuleert de creativiteit. Ook helpt het kinderen om hun energie te kanaliseren en te bundelen. Ze worden rustiger, werken ontspannen en kunnen zich beter verdiepen in een activiteit.

    Cirkel en kern

    De cirkel is een organische vorm, je komt hem overal in de natuur tegen. De zon is rond natuurlijk, maar kijk bijvoorbeeld ook eens naar de cirkel met een kern die je ziet als je een appel dwars doorsnijdt: in het midden bevindt zich een vijfpuntige ster als kern, met daaromheen een cirkel. Maar je ziet de cirkel ook in de symmetrie van bloemen, in de dwarsdoorsnede van een boom vind je de verschillende jaarringen, of gooi een steentje in het water en de mandala ontstaat als rimpelingen in het water.
    Ook in culturen over heel de wereld kom je de mandalavorm tegen, in de roosvensters van veel katholieke kerken, in Keltische symbolen, in de mozaïeken binnen de Islam en natuurlijk in de boeddhistische zandmandala’s.

    Kleuren of keuren

    Je kunt mandala’s inkleuren met potlood maar natuurlijk ook met stift, wasco of verf. Mandala’s worden in één richting gekleurd. Als je van buiten naar binnen te werkt, werk je als het ware naar je eigen middelpunt toe.
    Je bent altijd vrij om een mandala naar eigen smaak en inzicht te kleuren. Kies dus voor de kleuren die je op dit moment aantrekken. Je kunt eens opletten hoe je te werk gaat en of je de neiging hebt om over je kleurwerk te oordelen. Heb je misschien de neiging om het ‘zo goed mogelijk’ te doen, of vind je het lastig om de kleuren te kiezen? Als je zoiets opmerkt, kun je er ook voor kiezen om het eens een keertje anders aan te pakken en bijvoorbeeld de kleuren met je ogen dicht te kiezen…

    Probeer het eens, hier vind je een setje van 10 mandala tekeningen om te printen en te kleuren. We wensen je er veel vrede, vreugde, rust en ruimte bij.

Deze website gebruikt cookies om soepel te draaien. Wil je dat liever niet, stel dan de browser zo in dat deze geen cookies opslaat.